Op 20 juli 1814 – jawel, morgen precies 205 jaar geleden – doopte koning Willem I de samensmelting van Staats-Vlaanderen met Zeeland tot Zeeuws-Vlaanderen. Hoera! Alhoewel, in die tijd was dat eerder een nieuwe reden tot oorlog, maar goed. Da’s een ander verhaal. Elke streek heeft zijn taal en kenmerkende uitspraken. Het West-Zeeuws-Vlaams, waar ik al eens eerder over de geschiedenis en de taal zelf vertelde, dus ook. Hier volgen de tien mooiste om boven de haard te hangen op een tegeltje. En voor het gemak sla ik hosternokke, oemoemenoe, kiek kiek kacheltjes op d’n diek en doe ma hewoon, dan doe je a hek genogt even over. Da’s zo standaard. 😉
1: “’k Komm’n uut ’t land van ‘kik en ghie, van ‘jao, dà wè’ en ‘njih, dà nie”
Een mooie binnenkomer, denk ik zo. Hier komt duidelijk de Vlaamse invloed naar voren van het Zeeuws-Vlaams, met onder andere onderwerpverdubbeling. …hoewel dat de laatste jaren toch aan het verminderen is in Zeeuws-Vlaanderen. Maar dat is stof voor een andere blog. 😉
2: “A je j’n eihn nie een kjir kietelt, ei je nooit hjin leute!”
Iedereen kent wel een variant op deze: als je jezelf niet kietelt, dan heb je nooit lol. Het mooiste aan deze zin vind ik – taalnerd op en top – de ongrammaticaliteit ervan. Letterlijk vertaald zegt de zin namelijk: als je je eigen niet een keer kietelt, heb je nooit geen lol. De Vlamingen kunnen het stiekem nog beter, zij kunnen namelijk zeggen dat Valère nooit van niemand nie ketent en was. 😉
3: “Hoet, we zîn van ‘t of”
Oftewel, we gaan door. Nee, da’s nog steeds Zeeuws. Oké, we zijn vertrokken, naar het café bijvoorbeeld. En nee, op het meest zuidelijke stukje Zeeland praten we niet zo gek als op die andere eilanden: me bin van ’t of is een no go. Net als ons bin zuunig. Nee hoor, wudder zin zuunig.
4: “Jette tied eh”
Op het moment dat je dan eindelijk op pad bent naar het café, zijn er altijd wat treuzelaars bij. En dan krijg je de volgende sarcastisch uitgesproken woorden te horen: Zeg! Jette tied eh! Letterlijk vertaald: je hebt de tijd. Ook wel: als je niet opschiet, dan gaan we verder zonder jou. En de volgende uitspraak past hier ook mooi in het rijtje.
5: “Komaan eh, nog eevn sjette heevn”
Het is namelijk genieten in Zeeland, waar de tijd even helemaal stilstaat. Blabla. Nope. Geen VVV-gezever; we zeggen gewoon waar het op staat. Op de fiets naar het café zijn er altijd wat klagers, te herkennen aan uitspraken als: ik kom ost uut mun ei, zwo wèrrum! en ik bin nie zwo snel, ik ken ier de pad nie. Waarop ze vervolgens streng worden toegesproken: komaan eh, nog eevn deudoen, nog eevn sjette heevn. Kom op, nog even doorzetten. Deze uitspraak kan ook gevolgd worden door het liefkozende blèter. 😉
6: “Ahn, wien à t’r ier op de piere kom stuukn”
Kom je dan eindelijk in het café aan, als laatste natuurlijk, is er altijd iemand die vanaf de andere kant van de ruimte roept: Ahn, wien à t’r ier op de piere kom stuukn! En in dat opzicht is het nooit goed, want als je te vroeg arriveert, dan vliegt er dit rond je oren: Own, hie bin t ‘r vroeg bie!
7: “’t Steek nie op ’n juunpelle”
Er komt vervolgens een moment op de avond waarop de een aan de ander vraagt hoe laat die persoon in kwestie terug naar huis moet keren. En op dat moment is het altijd nog veel te gezellig om naar huis te gaan. Dus het antwoord luidt dan: och, ’t steek nie op ’n juunpelle. Het maakt niet zoveel uit. Terwijl het thuisfront in je achterhoofd zjivvert: niet te laat eh, wan ’t is altied ‘tzelfde mee joe! En waarop jij antwoordt: ha na je moeder en zjikt de kachel uit! (Ga weg en stop met zeuren.)
8: “’t is weh un ende gescheet’n zeker?”
Nog wat later op de avond, wanneer de alcohol iets dieper gezonken is en er wat meer baldadigheid door het café vliegt, komen de wat meer opstandige antwoorden los. Zoals het prachtig ’t is weh un ende gescheet’n zeker?! Vertaald: het is wel goed zeker. Maar dan niet kalm uitgesproken, eerder luidruchtig en met consumptie.
9: “Zo sluts as un sleunse”
Na een avondje op café (jawel, OP café) ben je jillemao verabbezakt. Je hebt een kater dus, of: je voelt je zo slap als een (vaat)doek. Ondanks dat je 24 uur eerder nog dacht: dat zal mij niet gebeuren, ofwel: aan mîn hatje haot ’t nie sneeuw’n.
10: “Een uur in de morgen is een schof in de dag”
Met een kater vliegt de ochtend voorbij en voordat je het weet, heb je niks meer aan je dag. En dan hoor je in je hoofd je ouders: een uur in de morgen is een schof in de dag. ’s Ochtends doe je in een uur meer dan overdag in tweeënhalf uur. Maar met een kater is dat lastig. En dan maak je dezelfde belofte als vorige week: ik ga nooit meer drinken, nooit meer. Uhu. 😉
Zo, dat waren ze! Tien uitspraken is vrij weinig, want ik weet zeker dat er nog veel meer pareltjes te vinden zijn in het West-Zeeuws-Vlaams. Weet jij nog mooie, rake uitspraken die kenmerkend zijn voor de streek? Deel ze in een reactie onder deze blogpost of via Facebook! 😉