Spreek de taal van… eten

Over smaak valt niet te twisten. Of toch wel? Of je het nou hebt over de lokale snackbar of  over een driesterrenrestaurant… Als het om voedsel gaat, zijn mensen gek. Zowel de mensen die het bereiden als degenen die het opeten. En dan heb ik het met name over de woorden die ze in hun mond leggen, niet het eten zelf. 😉 Hoe hoger je op de ladder klimt in de voedselindustrie, hoe gekker het taalgebruik wordt. Tijd dus om hier eens bij stil te staan in een nieuwe blog over de taal van… eten!

De klant is… koning?

Om te beginnen met mensen die het voedsel opeten: de klanten. Na zo’n vijf jaar in de horeca te hebben gewerkt als bijbaantje weet ik dat mensen nooit datgene willen wat op de kaart staat. Ook al staan er veertig verschillende soorten hartige pannenkoeken op de kaart: het is nooit goed. “Mag ik die pannenkoek, met augurk, maar dan zonder kaas, en liefst ook met ui, maar kan het dan rode ui zijn?” Jakkes. Ik moet er niet aan denken. 😉 En als je achteraf vraagt hoe het was, dan krijg je een kortaf ‘prima’ of een ellenlange klaagzang in alle kleuren, geuren… en smaken. 😉

Woorden schieten tekort

Zoveel woorden hebben we eigenlijk niet om smaken te beschrijven. Dus het blijft vaak bij lekker of niet lekker. Maar daar heeft de kok nog steeds niet zo veel aan. Die wordt al wat wijzer als je zegt dat het eten te zout, te pittig of te zoet was. Maar ook textuur en mondgevoel spelen een rol bij wat ze in vaktermen technisch proeven noemen. Zelfs de manier van snijden kan de smaak van voedsel beïnvloeden.

En als we ons dan écht onderdompelen in de wereld van de professionele voedselkenners, dan stoot je op uitspraken als:

“Wat een enorme smaakexplosie!”

en

“Een daadwerkelijk stimulerend mondorgasme!”

Tja. Dat dus.

Omdat we vaak niet weten hoe we smaken (en geuren) moeten beschrijven, gaan we vergelijken. Zo praten we over een houterige, volle smaak, een licht nootachtig aroma en een complexe geur met tonen van citrus, rijpe appel, honing, rauwmelkse boter, licht aards met onder andere paddenstoelen. Huh, watte? Klinkt alsof de engeltjes op je tong pissen. Toch? 😉

Het duurste van het duurste én lekker klagen

Er zijn maar weinig mensen die dagelijks in een driesterrenrestaurant eten. Maar mocht je een dezer dagen toch besluiten om te upgraden, dan moet je natuurlijk ook de taal spreken. Youp van ‘t Hek legde in een van zijn shows (zo’n vijftien (!) jaar geleden) tot in de details uit hoe je te gast bent in een duur restaurant. Want als je op niveau eet, wil je ook op niveau praten. 😉

Taalgebruik in recepten

Maar ook degenen die het liefst zelf aan de slag gaan met koken, ontkomen niet aan het rare taalgebruik. Ook Bert Visscher is het opgevallen. Wat denk je namelijk van trage groenten en een gekneusde munt… 😉

Wat is het raarste dat jij ooit hebt gehoord over eten? Laat het me weten in een comment! 🙂

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.