Iedereen droomt ervan: vrijheid. Vrijheid, blijheid. Niet meer afhankelijk zijn van anderen, zelf je eigen keuzes maken. Je eigen vrijheid creëren. En daarom gaan velen van ons tegenwoordig ondernemen. Starten een eigen bedrijf, juist om hun eigen vrijheid te creëren. Zelf voor je eigen inkomen zorgen, zelf de vruchten plukken van je oogst: of het nou alleen maar grote, blosrode appels zijn, of rotte met schimmelplekken.
Ik dacht altijd maar: niet voor mij weggelegd. Al die risico’s, al dat gedoe, al die verantwoordelijkheid. Ik vind het wel prima in loondienst. Aan het einde van elke maand een vast bedrag dat automatisch op mijn bankrekening wordt gestort, op vakantie gaan en doorbetaald krijgen, collega’s om mee te lachen en te sparren, en noem maar op. Totdat ik vorige maand mijn ontslag indiende. Blijkbaar kende ik mezelf toch niet zo goed als dat ik dacht. 😉
De opluchting na het ontslag
Vanaf het moment dat ik mijn ontslag had ingediend, dat het grote woord eruit was, voelde ik alleen maar opluchting. Zo. Iedereen weet ervan, niet meer stiekem doen of proberen mijn mond niet voorbij te praten. Openheid, blijheid. En voor mijn gevoel duurde het nog heel lang tot die laatste werkdag. Ik was wel al aan het aftellen. Zeker op de momenten dat er gezeur was op het werk. Zeker op de momenten dat ik ’s ochtends voor mijn eigen onderneming aan het werk was, daarna minimaal acht uur op kantoor was (in loondienst), om ’s avonds weer verder te werken aan mijn eigen onderneming. Telkens die switch, telkens heen en weer, telkens schakelen.
Aftellen en nog even doorbikkelen
Maar het einde was in zicht. Het gevoel dat je hebt als je uitkijkt naar je vakantie. ‘Aftellen en nog even doorbikkelen, je bent er bijna.’ En toen was het afgelopen woensdag, eergisteren, eindelijk – en tegelijkertijd ook plots – mijn laatste werkdag in loondienst. Toen ik om acht uur naar mijn auto wilde lopen, barstte het onweer los. En maakte ik dan ook veelvuldig het grapje: een flitsend afscheid. 😉
In de ochtend werkte ik op een andere locatie dan op kantoor, dus merkte ik er niks van. Het was een werkdag, net als alle andere. Totdat ik ’s middags op kantoor aankwam. Glimlachende collega’s, nog wat zaken afronden, alle laatste keren. De laatste keer bij kantoor parkeren. De laatste keer een telefoontje opnemen. De laatste keer een mailtje beantwoorden. Mijn bureau opruimen. De afscheidsborrel.
Het kwam allemaal nog niet binnen. Iedereen van wie ik afscheid nam, alle laatste keren. Het kwam niet binnen, ik voelde het nog niet. En misschien nog steeds niet. Woensdagavond op de terugweg naar huis voelde ik wel al iets. Maar dat wuifde ik al snel weg. Overdonderd (pun intended) door alle lieve afscheidscadeautjes en succeswensen die ik kreeg. Ik wist dat het een goede beslissing was. Mijn keuze. En ik vergelijk het met een relatie uitmaken. Ik weet dat er later twijfels komen. Heb ik wel de juiste keuze gemaakt? Waarom eigenlijk? Was het dit wel waard? Was het niet toch stiekem best leuk? Twijfels zijn er altijd: nu of later. En dus heb ik een lijstje gemaakt om mezelf er later aan te herinneren waarom ik het precies heb uitgemaakt met mijn loondienstbaan. 😉
The day after
De volgende dag, gisteren, had ik vrijgenomen. Verplichte rust. Want anders dender ik met volle snelheid door. En ik had het tegen iedereen gezegd: donderdag ben ik vrij! Om mezelf een beetje in te dekken. Drie keer raden wie er gisterochtend nog even aan het werk was? Juist. Ondergetekende. 😉 Want dat is ook ondernemen: soms juist doorpakken, soms juist niet. En dit keer wel. Want er kwamen wat nieuwe opdrachten binnen en volgende week ben ik drie dagen op een event van Eelco de Boer. Dus even doorpakken. Eigen baas, dus ik deel zelf mijn tijd – en werk – in. En ik ben er klaar mee om tot half twaalf ’s avonds als een zombie achter mijn laptop te zitten. Dus maar even doorpakken. 😉
De opluchting was nog groter toen ik rond de middag aan mijn ontbijt zat, op de bank, in mijn pyjama, naar de film Eat, pray, love te kijken. En toen kwam mijn eye opener. De hoofdpersoon zat bij het kapsalon en de geknipte persoon had het over il dolce far niente. The sweetness of doing nothing. “Amerikanen werken eerst heel hard, dan zijn ze burn-out, en ploffen ze neer op de bank in hun pyjama en gaan tv-kijken.” Ik kijk naar mezelf. Eye opener. Niet alleen Amerikanen. Wij vinden dat we onze rust eerst moeten verdienen. Wij mogen niet zomaar van onze rust genieten, we moeten er eerst voor werken. Hard werken. En tijdens die rust zijn we onrustig. Want rust is contraproductief, tijdverspilling, luiheid. Terwijl de Italianen rust nemen en er ook echt van genieten, of ze het nou verdiend hebben of niet.
Dolce far niente. Met aandacht niets-doen.
En dat is precies wat ik ga doen. Mijn rust nemen, of ik het nou heb verdiend of niet. Niet leven om te werken, maar werken om te leven.
La dolce vita.
Misschien toch maar eens een vakantie naar Italië boeken… 😉