Cijfers en getallen komen vaker voor in teksten dan je zou denken. Bij het vermelden van een leeftijd, een jaartal, aantallen, omzetcijfers, factuurbedragen, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar hoe gebruik je cijfers en getallen in een lopende tekst? Zijn hier überhaupt regels voor? Er is in ieder geval genoeg over te vertellen, anders zou ik er geen blogpost aan besteden. 😉 Hieronder heb ik het even duidelijk voor je neergezet: wanneer je ze wel en wanneer juist niet voluit moet schrijven.

De richtlijnen rondom cijfers en getallen

Toegegeven, er zijn niet echt regels voor het schrijven van cijfers en getallen in lopende tekst; eerder richtlijnen. Oké, één richtlijn. En die luidt als volgt:

“Alle getallen tot en met twintig (dus ook twintig zelf ;)) worden voluit geschreven; in letters.”

Voor cijfers hoger dan twintig geldt dus… tja, dat ze ook in cijfers worden geschreven. Dus dan krijg je: twee, 68, dertien, 119, zeven, 55. Echter: het Nederlands zou het Nederlands niet zijn als er ook uitzonderingen zijn. Of in dit geval toevoegingen. De toevoeging van de richtlijn omtrent cijfers en getallen is:

“Getallen boven de twintig worden in cijfers geschreven, behalve tientallen, honderdtallen, duizendtallen en ga zo maar door.”

Dus: dertig, 56, negentig, 187, tweehonderd, 620, vierduizend, 712.000, acht miljoen. Bij echt grote getallen kunnen letters en cijfers ook gecombineerd worden: 21 duizend, 19 miljoen, 33 miljard. Dit voorkomt een teveel aan nullen in een lopende tekst, waardoor het meer telwerk dan leeswerk zou zijn.

Enkele praktijkvoorbeelden

Leeftijden worden veelal in cijfers geschreven, net als percentages. Voorbeeld: Boris is 34 jaar en bezit 30 procent van het familiebedrijf. Komen er in één zin meerdere cijfers en getallen voor van boven én onder de twintig? Dan is het logischer om alles om te zetten naar cijfers: Van de 73 vluchten op die dag liepen er 27 forse vertraging op en werden er 12 zelfs geannuleerd. Waar de cijfers en getallen ook op slaan: blijf logisch nadenken. Het is veel duidelijker om het in een geschreven tekst te hebben over hoofdstuk 8, havo 3, artikel 14, € 12,79 en 6 millimeter.

Vergeet echter niet..

…het zijn richtlijnen. Gebruik ze dus ook zo. Niemand gaat protesteren als je 20 schrijft in plaats van twintig. Kies wat jij het fijnst vindt en gebruik dit consequent doorheen je tekst. Laat het ook vooral logisch voortvloeien uit het soort tekst dat je schrijft. Schrijf je de ingrediënten op van een recept, dan is het logischer dat je opsomming er zo uitziet: 250 gram bloem, 3 eieren, 100 milliliter melk, etc. Noem je een adres, gebruik dan eerder cijfers in plaats van voluit te schrijven: Paviljoenstraat 4, 6803 HK, etc.

Let jij op het wel of niet voluit schrijven van cijfers en getallen? Of heb je nog vragen over dit onderwerp? Stuur me gerust een berichtje: als reactie op deze blogpost of via Facebook!